Bekijk een clip van school-tv door op onderstaande link te klikken:
Gebied rondom een punt waar de luchtdruk een maximale waarde heeft. Rond een hogedrukgebied stroomt de lucht weg uit de onderste niveaus. Deze wegstromende lucht wordt vervangen door lucht uit de hogere lagen, zodat in het hogedrukgebied een grootschalige dalende luchtbeweging aanwezig is. De dalende lucht wordt warmer waardoor eventueel aanwezige bewolking kan oplossen, omdat warmere lucht meer waterdamp kan bevatten. In het algemeen zal het passeren van een hogedrukgebied gepaard gaan met een weersverbetering. Een hogedrukgebied heeft een gemiddelde levensduur van 2 tot 3 weken. In hogedrukgebieden zijn de windsnelheden doorgaans klein.
Als eenheid van luchtdruk wordt in de meteorologie tegenwoordig de hectoPascal (hPa) gebruikt. Vroeger was dat de millibar (mbar), die overigens dezelfde getalswaarde vertegenwoordigt.
Gebied rondom een punt waar de luchtdruk een minimale waarde heeft. Bij een lagedrukgebied stroomt de lucht spiraalsgewijs naar het centrum. De van alle kanten samenstromende lucht kan in zo'n geval alleen maar naar boven ontwijken en koelt daarbij af. Indien de lucht vochtig is, zullen daarbij wolken ontstaan waaruit neerslag kan vallen. In het algemeen zal het passeren van een depressie gepaard gaan met een weersverslechtering. Op grond van hun ontstaan kunnen twee soorten lagedrukgebieden worden onderscheiden: de frontale depressie en het thermisch lagedrukgebied. (wordt ook uitgelegd) Een lagedrukgebied heeft meestal een levensduur van 3 tot 10 dagen. Hoge windsnelheden komen doorgaans voor op enige afstand van de kern ervan. In de kern zelf is de windsnelheid gewoonlijk klein.
Lijnen van gelijke luchtdruk worden isobaren genoemd. Verschillen in luchtdruk kunnen onder andere ontstaan door verschil in opwarming van het aardoppervlak door de zon. Warme lucht is namelijk lichter dan koude lucht. Een kolom koude lucht is dan ook zwaarder (hogere luchtdruk) dan een even hoge kolom warme lucht. Een hogedrukgebied heeft een gesloten kern waarbij de luchtdruk ten opzichte van de omgeving een maximum kent. We kennen ook een rug van hoge druk. Hierbij is er geen sprake van een gesloten kern maar van een as waarlangs de druk hoger is dan de omgeving.
Bij een lagedrukgebied (of depressie) heeft de gesloten kern een minimum luchtdruk ten opzichte van de omgeving. Als er geen gesloten kern is maar een as waar langs de luchtdruk lager is dan de omgeving dan spreken we van een trog.
De wind waait van hoge druk naar lage druk. Door de draaiing van de aarde buigt de wind naar rechts af. Onthoud: Bij een hogedrukgebied waait de wind met de wijzers van de klok mee. Bij een lage drukgebied gaat dit juist tegen de wijzers van de klok in.
Meest recente reacties
15.11 | 09:54
Dag Bert,
Door alle "mailperikelen" van school ontvang ik al een paar weken geen weerbericht meer.
Misschien is er iets aan te doen?
Hartelijke groet en bij voorbaat mijn dank!
Paul.
04.08 | 15:05
Dag Hennie,
Dat is nog wat te ver weg om gedegen uitspraken over te doen. Gezien het aantal hogedrukgebieden deze zomer zou het zomaar kunnen dat dit beeld zich ook door laat trekken tot aan oktober.
02.08 | 20:28
Kan je al iets zeggen wat september gaat worden. Krijgen we een nazomer, want dan hebben wij vakantie….en aangezien we dit jaar in Nederland blijven, zou het toch leuk zijn….
Graag hoor ik van je…
25.07 | 07:01
Dankjewel! Duidelijke uitleg